Gestudeerd en eerder (tot 1984)

« Later

Wat ging er vooraf aan alle werkervaring?

De Start

Ik kwam in vele situaties, nooit deed ik iets wat ik al eerder deed (of door anderen gedaan werd). Je kunt daar niet vroeg genoeg mee beginnen.

Mijn ouders hebben, als pasgetrouwd stel, een leuk klein optrekje in Amsterdam, maar daar worden kinderen niet zo gewaardeerd en dus heb ik op “dag nul” al een verhuizing achter de kiezen. Na een jaartje komt er nieuwbouw beschikbaar in Amsterdam Buitenveldert. U kunt het zich vast niet voorstellen, maar kijkend vanaf de ring A10 zuid heb je dan de PTT toren, wat woningen, het VU-ziekenhuis (in aanbouw), daarachter de nieuwe wijk met nul voorzieningen, en daarachter … helemaal niks. Vinex in opbouw avant lá lettre, zeg maar.

Met wat zussen en een broer erbij wordt het ook daar wat krap, dus na enkele jaren vertrekken we naar Amsterdam Nieuwendam. Vinex vóór de opbouw, bij wijze van spreken. Er was een weg met klinkers met een bus (niemand had een auto), een schooltje en wat winkels.  De rest kwam nog wel, inclusief nieuwe vriendjes, en buren uit alle streken van het land. Ook sociale structuren moeten worden opgebouwd, een weg en een school alleen zijn niet genoeg.

Ik ben slim genoeg en volstrekt geen talenmens, het gymnasium is (vanuit A’dam Noord) veel te ver weg, dus dat wordt Atheneum B. Weer iets geheel nieuws, de zgn. Mammoetwet is net ingegaan en de klas voor (of boven) mij is nog HBS. Dus wordt alle lesstof en werkmethoden opnieuw uitgevonden, en heb je helemaal niks aan de ervaringen van buurkinderen, al zijn ze maar één jaar ouder. Mijn ouders, beide met HBS B, moeten ook al snel afhaken.

Na afloop is verder studeren het beste plan. Ik ben nog steeds geen talenmens, en heb al jaren lol in het lezen van populaire boekjes over natuur- en sterrenkunde. En typisch iets voor mij: bij aanvang op de Universiteit start de zgn. Twee Fasen structuur, met een volstrekt nieuwe opzet van de studie, met geheel nieuw studiemateriaal, met andere onderwerpen, en geen enkel houvast aan de ervaringen van eerdere studenten, ook al zijn ze maar één jaar ouder.

Ik schreef al: ik kwam in vele situaties, nooit deed ik iets wat ik al eerder deed (of door anderen gedaan werd). Je kunt daar niet vroeg genoeg mee beginnen. Als ik ergens veel ervaring mee heb, dan is dat met het aanpakken van zaken… waar ik weinig ervaring mee heb.

Propedeuse Wis-, Natuur- en Sterrenkunde

  • Sterrenkunde lijkt me het leukst, een jongensdroom. Maar dat valt erg tegen: erg registrerend, veel weetjes, weinig echte inzichten, en practicum op vrijdagavond in de winter op het dak van de Universiteit. Dat geeft wel een aardige indruk van observeren op de bergtoppen van Chili, Zuid Afrika enzovoort. Een jeugddroom in duigen.
  • Dus maar omgeschakeld naar Informatica, de eerste programmeerlessen.

Kandidaats Wis & Natuurkunde

  • Je kunt kiezen tussen twee aparte bijvakken, één daarvan is altijd Wiskunde. Het lijkt me zo saai. Of je hebt één dubbel bijvak.
  • Eén van de opties is dan: Dubbel Informatica. Hogere programmeerlessen, nog steeds met ponskaart en prints, maar de eerste online aansluitingen komen in zicht. En echt stevige statistiek. Zo heb ik toch nog een vak geleerd.

Drs Experimentele Natuurkunde Uitgebreid

  • Het is óf Theoretisch óf Experimenteel (proeven en empirisch onderzoek), en het eerste valt eigenlijk af. Toch de interessante vakken wel gedaan, van geavanceerde Quantum Mechanica en gevorderde Algemene Relativiteitstheorie krijg je best een aardige knoop in je hersens.
  • Ook met Experimenteel is het: twee aparte bijvakken waarvan één Hogere Experimenteerkunst, een soort CSI voor Fysici, vol weetjes die steeds een jaar later achterhaald zullen blijken. Niks voor mij. Eventueel met Didactiek, kun je meteen je hele leven voor de klas. Ook niks. Of een dubbel bijvak, Milieukunde is nieuw en je leert samen optrekken met biologen, chemici, planologen, medici, sociaal geografen, noem maar op. Ik ben de eerste Natuurkundige die meedoet, maar zoiets ben ik dus wel gewend. En door de bijhorende praktijkmaanden te besteden aan computersimulaties m.b.t. het rendement van particulier windmolengebruik en de keus: opslag of terugleveren, valt er veel van het voorafgaande te combineren. Het is 1980, de praktische toepasbaarheid is nog niet in zicht.
  • Met het vermijden van zowel Wiskunde, als Experimenteer-techniek, als Didactiek is een wetenschappelijke carrière natuurlijk uitgesloten. Dus: tijdens de studie maar een blik op de praktijk. Het valt mij op dat veel leidinggevenden worstelen met de bedrijfsvoering, dat kan ik voor mezelf voorkomen met een Extra dubbel bijvak: BedrijfsEconomie, met vooral: interne organisatie. Zo’n extra dubbel bijvak geeft de afstudeerrichting ook iets extra’s, het wordt: Uitgebreid.  Zo’n bijvak is overigens steeds ongeveer een half jaar werk, dus de studie zelf wordt er echt formeel een jaar langer van.
  • En dan de voor Experimentatie onvermijdelijke praktijkstage. Vrijwel iedereen kiest een universitair  lab. Maar als je carrière toch al niet de wetenschappelijke kant op gaat, kun je maar beter meteen iets anders proberen. En zo mag ik na veel lobbywerk aan de slag, rekenmodellen toetsen voor geluidswallen en andere overlastbestrijding. Buiten de universiteit, als één van de eersten. Bij Openbare Werken Amsterdam. Daar komen economie, informatica, het bedenken van meetmethoden én milieu in één geheel tezamen.

Extraatje I

Voor Milieukunde heb ik me dus gebogen over wind en energie. Voor de stage boog ik me over geluid. Om nu het beeld te completeren moet ik nog wat aan straling doen. Dat doen ze in Leiden en Delft, en in een bijvak-achtige opzet kan ik, tussen de biologen, medici en technici uit de industrie mijn bevoegdheid halen om kleine laboratoria met radioactieve stoffen te beheren. Nooit iets mee gedaan maar samen optrekken met al die disciplines is echt een genoegen. Er zijn zoveel manieren om naar de wereld te kijken…

Extraatje II

Door voortdurend niet mee te lopen met de grotere groep krijg ik ook unieke kansen. Een vrijwel persoonlijke toegang tot een eigen computersysteem bijvoorbeeld. En dat heeft net een geheel nieuw besturingssysteem, met een nieuwe programmeertaal. Vers van de tape uit de VS, oorspronkelijk gemaakt voor telefooncentrales. Unix is de naam, en je kunt programmeren in C.  Zo stap je nietsvermoedend de toekomst in.

Met mijn mentor uit die tijd ben ik levenslang bevriend gebleven. Dat is ook een resultaat dat telt.

Education Permanente

De tijd staat niet stil, en je opleiding ook niet. Veel leer ik gewoon door het te doen, het mee te maken, en door steeds voluit te gaan in een geheel nieuwe context. In het verlengde van regelmatig een goed boek, je vakliteratuur, en trainingen Persoonlijk Functioneren, Presenteren, Cursusontwikkeling, PRINCE2 etc. kan ik een periodiek bezoek aan een persoonlijke coach van harte aanbevelen. Net als de tandarts, maar dan wellicht minder frequent.

De laatste jaren zijn het vooral e-cursussen via Internet (universitair, van edX.org en Coursera.org) en deelname aan vakmatige discussie- en helpgroepen (LinkedIn). Mijn huidige belangstelling gaat vooral uit naar internationale aspecten (IFRS) en “besturen met gegevens” (Big Data, dashboards, business statistics, gebruik van KPI’s, etc). Mijn echt grote expliciete trainingen, van vele weken inzet verspreid over een jaar of langer, waren

  • Leergang Management Advies, gedurende mijn KPMG tijd (1985 – 1990)
  • Leergang (lijn)management, gedurende mijn NS periode (1990 – 1995)
« Later